In het najaar van 1973 doen vrijwilligers van het Milieu Aktiecentrum Nederland (MAN) onderzoek in het buurtschap Staalwijk (3-Octoberstraat en omgeving). Dit gebeurt op verzoek van enkele buurtbewoners. Harry Boddé trekt de kar. Huis aan huis enquêteren zij de bewoners over klachten die er leven over uitstoot van gevaarlijke stoffen en lawaaioverlast van de Hollandse Constructiegroep (HCG) met een fabriekscomplex van de RMM, HCW en NEM aan de Herenstraat. Zij horen dat de bewoners al jarenlang aankloppen bij de gemeente Leiden en de HCG, maar tot nu toe zonder resultaat. Vooral de laatste tijd is het een onhoudbare toestand: ramen en kozijnen moeten wekelijks met zoutzuur worden schoongemaakt, een ruwe roestlaag bedekt de auto’s, op het buiten opgehangen wasgoed komen bruine vlekken. Ook het lawaai van het fabriekscomplex is soms ondragelijk. TNO heeft dat in een rapport al eens bevestigd.
Op donderdag 14 februari 1974 geeft een groot aantal Staalwijk-bewoners gehoor aan een oproep van het MAN en het buurtcomité Staalwijk om naar een vergadering te komen om de uitkomst van het MAN-onderzoek te bespreken en te kijken wat er gedaan moet worden. Harry Boddé richt een MAN-actiecomité op met onder anderen de heren Ruytenbeek uit de Gerrit vd Laanstraat en Wendt uit de Leuvenstraat. Het actiecomité gaat handtekeningen ophalen onder twee eisen: de lawaai- en stofoverlast moet stoppen en er moet een speeltuin in de buurt komen. Dat laatste is nodig “omdat er de laatste jaren veel jonge gezinnen in de wijk zijn komen wonen met kinderen die nergens buiten kunnen spelen”. Binnen de kortste keren worden er 200 handtekeningen in het buurtje opgehaald en aan de directie van de HCG en de gemeente aangeboden.
We hebben het niet op de fabriek gemunt
Het MAN-actiecomité heeft oog voor de belangen van de werknemers. Het krijgt zelfs informatie van de arbeiders binnen het bedrijf. In een pamflet dat door het MAN ‘s morgens vroeg aan de poort van de HCG wordt uitgedeeld staat: “We hebben vorige week een kijkje in de fabriekshal genomen. Aan de “veiligheidsmaatregel” bleken nog al wat haken en ogen te zitten: bij het driemaal per dag opstarten van de compressors komen grote hoeveelheden metaalstof vrij, de geluidsisolatie is zwaar onvoldoende. We hebben allebei belang bij een veilige en schone productie. Jullie in de fabriek en wij die er omheen wonen…. We hebben het niet op de fabriek gemunt. De werkeloosheid is al erg genoeg. Het gaat ons om het recht op gezond werken en wonen.”
Ook reageert het MAN-comité op verwijten dat zij tegen overwerk na 19.00 uur zou zijn in verband met de lawaaioverlast ’s avonds. “Wij hebben niets tegen overwerk (eigenlijk zou het niet nodig moeten zijn, maar met de huidige prijsstijgingen…..) Maar er kan en moet schoon geproduceerd worden zonder lawaaioverlast”
Snel succes en een waarschuwing
Dat de leiding van de HCG ook begrijpt dat er iets moet gebeuren blijkt wel uit de snelle reactie. Op 20 maart laat de HCG het actiecomité weten dat er een geluidsscherm wordt opgetrokken en dat er een nieuwe afzuiginstallatie wordt gebouwd met ‘gesloten circuit’. De HCG belooft om dit vóór de zomer te doen. In een pamflet voor de buurt laat het MAN-comité weten blij te zijn met dit succes. Maar: “We moeten twee dingen goed in de gaten houden: Dat de directie de zaak weer niet op de lange baan schuift en dat onze eisen niet in de doofpot verdwijnen.”
Dit wordt geen ’ Rust Roest actie’
De waarschuwing blijkt terecht. Want als het MAN-comité twee maanden later in de gaten heeft dat er nog niets gebeurd is, worden de Staalwijkers op 26 mei weer bij elkaar groepen in het buurthuis op de hoek van de Herenstraat.
“Bij ons bezoek aan het bedrijf werden we nog eens met de neus op de feiten gedrukt: Bij het opstarten van de straalmachines komen nog steeds grote roestwolken vrij; een houten schutting en een paar plastic lappen moeten ons tegen het lawaai beschermen. Het wordt tijd dat we er met z’n allen druk achter zetten. Dit wordt geen Rust Roest actie.”
Staalwijkers kunnen de was weer buiten hangen
Op 30 juli 1974 kondigt directeur M.Struys van de HCG aan dat er over twee weken begonnen wordt met de installatie van een nieuwe afzuiginstallatie en de bouw van een geluidsscherm met een lengte van 14 meter en een hoogte van acht meter. Onder de kop “Staalwijkers kunnen de was weer buitenhangen” zegt hij in het blad ‘Specie’ van de Hollandse Beton Groep: “Wij gaan over tot de aanschaf van een compleet nieuwe afzuiginstallatie, die door alle partijen is goedgekeurd: de Arbeidsinspectie, de Inspecteur voor de Volksgezondheid, de Hinderwet van de gemeente Leiden en de Brandweer….Het wordt een installatie met gesloten circuit, zodat theoretisch gesproken geen enkel stofdeeltje meer naar buiten kan ontsnappen.”
Ook kondigt hij aan dat er in de fabriek maatregelen worden genomen om het werkmilieu te verbeteren. Wel wil hij nog kwijt dat de HCG altijd een goed functionerende afzuiginstallatie heeft gehad en dat de nieuwe twee maal zoveel kost. “Men is ten aanzien van het milieu de laatste jaren wel een stuk kritischer geworden”.
De Staalwijkers houden ook nu weer de vinger aan de pols. Tot hun tevredenheid worden de maatregelen voor het eind van het jaar uitgevoerd. Zij kunnen de was weer buiten hangen. Ook wordt met enige financiële steun van de HCG een speeltuin gerealiseerd.
Einde van een tijdperk
De HCG is daarna nog een aantal jaren in productie geweest op het terrein aan de Herenstraat. In een pamflet van het MAN staat bij voorbeeld dat de RMM in 1974 nog voor 8 jaar orders in portefeuille had. Ook heeft de HCG vele producten gemaakt voor de opkomende offshore industrie en voor nieuwe terminals van Schiphol. Maar halverwege de jaren’80 gaat het mis. In mei 1985 ontstaat er op het hoofdkantoor in Leiden angst voor overname als plotseling door onbekenden 200.000 aandelen worden opgekocht. Daarom worden alle aandelen ondergebracht bij de Hollandse Beton Groep (HBG). In september 1986 wordt een reorganisatie afgekondigd, waarbij 200 van de 320 arbeidsplaatsen verdwijnen. Als oorzaken worden de sterk gedaalde olieprijs en de gekelderde vraag genoemd. De activiteiten van HCW en RMM worden beëindigd. Alleen de NEM gaat na verplaatsing afgeslankt door en concentreert zich op ketelbouw. In 1990 worden de gebouwen van de HCG op het terrein aan de Herenstraat gesloopt en plannen voor woningbouw bekend gemaakt. Er is een einde gekomen aan het tijdperk van de metaalindustrie in Leiden.
Bronnen:
- SP-archief Vergeer, dossier 34. Hierin alle originele pamfletten, brieven, verslagen, documenten, knipsels, foto’s etc.
- Leidsch Dagblad:15/3/74; 27/3/74; 30/7/1974; 24/5/1985; 16/9/1986; 23/7/1990.
- Leidse Courant: 1/3/74; 15/3/74; 1/2/1975; 30/10/1975; 1/11/1975.
- Nieuwe Leidse Courant: 22/3/74.
- ‘Specie’, blad van de Hollandse Betongroep, juli 1974
Meer over milieu: http://www.geschiedenisspleiden.nl/sp-en-milieu/