MAN in actie tegen overlast Fasson

In het voorjaar van 1973, net als de eerste crocussen hun kopjes boven het gras uitsteken en de merels beginnen te zingen, trekt er een stankgolf over de woningen in de buurt van Fasson aan de Lammenschansweg in Leiden.

brief van wbv Ons Doel aan bewoners Lammenschansweg, 22 maart 1973

Woningbouwvereniging ‘Ons Doel’ heeft de bewoners aan de Lammenschansweg laten weten dat de Gemeente aan Fasson, een fabriek van zelfklevende materialen aan de overkant van de weg, een hinderwetvergunning wil verlenen. Had Fasson daarvoor dan helemaal geen vergunning? Al eerder zijn er bij de SP klachten binnengekomen van bewoners uit de Tomatenstraat over stankoverlast.

Plattegrond uit 1973 van Fasson Lammenschansweg met de door het MAN bezochte omringende straten (zwart gemarkeerd)

Plattegrond uit 1973 van Fasson Lammenschansweg met de door het MAN bezochte omringende straten (zwart gemarkeerd)

De SP besluit op onderzoek uit te gaan. Harry Boddé en Peter Streef gaan huis aan huis in de buurt langs met een enquête om de klachten van de bewoners te inventariseren. Het blijkt dat ze in de buurt een gevoelige snaar hebben geraakt. Want al snel komen de klachtenlijsten binnen van bewoners in de omgeving. De bewonersvereniging van de Cronensteinflat organiseert spontaan zelf een klachtenonderzoek en informeert de SP over de resultaten. Harry Boddé richt samen met twee bewoners van de Lammenschansweg, Nico vd Boogaard en Ben Devilee, een buurtcomité van het Milieu Aktiecentrum Nederland op, dat de actie gaat coördineren.

 

Misselijkheid, hoofdpijn en tranende ogen

Het MAN-comité stelt een rapport op over de resultaten van het klachtenonderzoek dat onder dit artikel is te zien. Van 185 gezinnen zijn formulieren binnengekomen. Allemaal vermelden ze stankoverlast, lawaaioverlast en vervuiling van de buurt door afvalpapier. Zij klagen over misselijkheid, hoofdpijn, tranende ogen, benauwdheid, keelpijn, vieze smaak in de mond en  irritatie van slijmvliezen en longen. Ook zijn mensen bang voor brand en explosies. Iemand schrijft: “De brandweer heeft de Lammenschansweg al eens afgezet vanwege explosiegevaar….Ik weet dat onder de fabriek grote hoeveelheden hexaan (een zeer brandbare vloeistof) liggen opgeslagen en dat de oplosmiddelen in open systemen worden verwerkt en in dampvorm de fabriek verlaten.”

Uitnodiging buurtvergadering, 23mei1973, in ’t Zuidje nav klachtenlijst

Op woensdag 23 mei organiseert het MAN-comité een buurtvergadering in ’t Zuidje op het speelterrein in de Anjelierstraat om het rapport te bespreken. Fasson-directeur Van Schaik is uitgenodigd. De bewoners willen van hem graag horen wat Fasson gaat doen aan de overlast. Op de buurtvergadering zegt directeur van Schaik dat de stankoverlast veroorzaakt wordt door het verwarmen van een bepaalde lijmsoort: acrylaathars. Fasson wil eerst bij de fabriek in Zoeterwoude uitproberen of een nieuwe installatie helpt tegen de stank. Het kan dus nog wel enkele jaren duren voor er in Leiden maatregelen worden genomen.

Pamflet Verslag buurtvergadering van 23mei1973, voorkant

Pamflet Verslag buurtvergadering van 23mei1973, achterkant

 

Maar, zo verzekerde de directeur, de gassen zijn niet schadelijk voor de gezondheid. Wel zegt hij toe dat er hekken geplaatst gaan worden rond het afval “zodat de jeugd uit de buurt er geen rotzooi van maakt”.

 

 

img292

Industrie Rijnland, 6e jaarg, no.2, juli 1973

“Het MAN pleegt agitatie”

In ‘Industrie Rijnland’ van juli ’73,  een uitgave van de ‘Leidsche Vereeniging van Industrieelen’ doet directeur van Schaik een kort verslagje van deze bijeenkomst: “Het MAN -wie had er ooit van gehoord- trachtte de buurt van de Lammenschansweg op te schudden met een rapport dat door een aantal aperte onjuistheden nogal ‘hetzerig’ aandeed. Voordat de Fasson-directie de kans kreeg om te vertellen wat men voor maatregelen zou nemen, was een groot aantal buurtbewoners al vertrokken. De agitatie lag er een beetje te dik bovenop…” In werkelijkheid vertrekt slechts de directeur vroegtijdig.

Industrie Rijnland, 6e jaarg no 2, juli 1973, p2

Overigens staat in hetzelfde nummer van ‘Industrie Rijnland’ dat de Leidse industriëlen niet te spreken zijn over het gemeentelijke milieubeleid: “Van een consistent gemeentelijk beleid op het gebied van milieu is geen sprake…wordt door allerlei toevallige omstandigheden bepaald, omdat vele bestuurders aan deskundigheid ontbreekt. De politieke situatie in de gemeenteraad is een extra factor…” Wat met dat laatste wordt bedoeld is niet duidelijk.

img291

Leidsch Dagblad, 30/05/ 1973

“Vandaag weer kattepieslucht”

Nog tijdens de vergadering wordt het MAN-buurtcomité uitgebreid met bewoners van de Tomatenstraat en Kanaalweg. In totaal 12 mensen, die Harry Boddé als voorzitter kiezen. Dat Harry scheikunde studeert  en contacten heeft met de chemiewinkel van de universiteit komt goed van pas. Het comité besluit om in een wijde omgeving onderzoek te doen en handtekeningen op te halen onder de eis dat Fasson het werken met de stankverwekkende lijm moet stoppen totdat er maatregelen genomen zijn. Zij laten er geen gras over groeien. In de eerste week van juni hebben 640 bewoners uit de wijde omtrek van Fasson een klachtenformulier ingeleverd en een handtekening gezet. Weer wordt een uitgebreid rapport van de klachten opgemaakt. Daarin staat gedetailleerde informatie zoals: “Op Koninginnedag ’s avonds laat een ondragelijke stank, welke op stembanden en neus prikkelingen geeft.” “hoofdpijnklachten vanwege stank. Op zondag 6 mei komt de stank je al voor de tunnel tegemoet” “ ‘s nachts uit bed om de ramen dicht te doen van de stank en opstaan met hoofdpijn.” “vandaag weer ‘kattepieslucht’”.

Het rapport wordt 15 juni 1973 opgestuurd naar BenW van Leiden, de gemeenteraad en de Inspectie voor de Volksgezondheid, vergezeld van een brief waarin staat: “Het komitee konkludeert dat met het oog op de gezondheid van de omwonenden en het leefklimaat als geheel direkt een eind moet worden gemaakt aan de uitworp van schadelijke stoffen.” De brief eindigt met een opvallende passage: “Het is geenszins onze bedoeling dat de productie van Fasson op enigerlei wijze wordt belemmerd, maar wel dat de productie zodanig wordt geleid, dat geen overlast of schade aan de gezondheid van de omwonenden wordt toegebracht.”

Resultaten zijn alleen te verwachten van acties van de bevolking

Gedurende de zomer blijft het bij de instanties angstvallig stil, terwijl Fasson doorgaat met de stankoverlast. Eind september komt er bericht van de gemeente Leiden. Burgemeester en Wethouders melden dat de gemeente geen juridische mogelijkheden heeft om stappen tegen Fasson te ondernemen, zolang de aanvraag van de hinderwetvergunning in behandeling is. Wel is gebleken dat Fasson al jarenlang zonder hinderwetvergunning produceert sinds de uitbreiding in 1968!

Leidse Courant, 30/08/1973

De Leidse Milieuraad spreekt er schande van en mevrouw Kerling van de de PAK-fractie in de gemeenteraad stelt schriftelijke vragen. Zij kondigt aan “dat u van onze fractie op korte termijn initiatieven kunt verwachten.” Ruim een jaar later, In de raadsvergadering van 5 november, informeert raadslid Van Zijp (KVP) hoe het ermee staat. Hij laat zich door wethouder Van Aken (PAK) met een kluitje in het riet sturen. De wethouder zegt dat Fasson nog steeds bezig is met de voorbereidingen voor een anti-stankinstallatie en de hinderwetvergunning. Hij wil nog steeds afwachten.

Leidsch Dagblad, 22/10/1973

Fasson gaat dus ook gewoon door met de uitstoot van de gevaarlijke stoffen. Daarop regeert het MAN-comité boos en teleleurgesteld in een ingezonden brief in het Leidsch Dagblad die eindigt met: “Resultaten zijn alleen te verwachten van acties van de bevolking”

“Milieumaatregelen oorzaak sluiting”

fasson830513cv001

Leids Nieuws in de Tribune (1) mei 1983

Het MAN-comité constateert dat Fasson bezig is met een vertragingstactiek en dat de gemeente daar in trapt. Dat denkbeeld wordt bevestigd wanneer Fasson in november 1974 werktijdverkorting voor het productiepersoneel aanvraagt. Het gerucht gaat dat Fasson de productie naar haar nieuwe fabriek in Grenoble wil verplaatsen. De directie laat echter weten dat er slechts sprake is van een tijdelijk probleem door “paniek als gevolg van de energiecrisis”. Volgens de FNV is er geen enkele noodzaak voor arbeidstijdverkorting en kan Fasson geen beroep doen op de werkeloosheidsfondsen. Intussen gaat Fasson gewoon door met de uitstoot van gevaarlijke stoffen. De gemeente laat zich door Fasson jarenlang in een spagaat houden. Fasson traineert een snelle procedure voor een hinderwetvergunning. Zij wil eerst de resultaten van de nieuwe ‘anti-stankinstallatie’ in Zoeterwoude afwachten. De gemeente is bang voor verlies van werkgelegenheid. Er worden door Fasson een paar aanpassingen gedaan om de ergste stankhinder weg te nemen. Fasson blijft jarenlang produceren zonder adequate hinderwetvergunning.  In 1983 wordt het steeds duidelijker dat Fasson de productie van zelfklevende materialen van Leiden gaat  verplaatsen naar Turnhout in België. Dat gaat na een aantal conflicten met de gemeente en de bonden uiteindelijk ook gebeuren. In het Leids Nieuws in de Tribune (1) van mei 1983 schrijft SP-raadslid Cor Vergeer een bijtend commentaar.

Leidsch Dagblad 11 april 1984

Leidsch Dagblad 11 april 1984

Wel wil directeur van dienst op 25 juni 1985, de heer Westerbeek, nog even kwijt dat de dreigende milieumaatregelen de oorzaak zijn van de sluiting van Fasson. Een paar maanden vóór de sluiting wordt bekend dat Fasson duizenden vaten chemisch afval met tolueen, aceton en lijmresten illegaal heeft gestort in het Gelderse Lunteren. Wie betaalt de rekening?

 

Rapporten

Bronnen:

  • SP-archief Vergeer, dossier 23. Hierin alle originele pamfletten, brieven, verslagen, documenten, knipsels, foto’s etc.
  • Leidsch Dagblad: 24/5/1973; 30/5/1973; 27/9/1973; 22/10/1973; 26/10/1973;4/11/1974; 6/11/1974; 11/4/1984; 25/6/1985.
  • Industrie Rijnland, uitgave van Leidsche Vereeniging van Industrieelen, juli 1973.

Meer over milieu: http://www.geschiedenisspleiden.nl/sp-en-milieu/

  1. Tribune